Terug naar overzicht

17.09.12

Mihaly Csikszentmihalyi: Flow

In 1992 studeerde ik af als onderwijskundige aan de universiteit in Leuven. In mijn opleiding maakte ik kennis met werk van prof. F. Laevers. De term ‘betrokkenheid’, die staat voor ‘tijd-vergeten bezig’ zijn, staat centraal in zijn werk en sprak mij vanaf het begin erg aan. In het begin van mijn loopbaan als onderwijskundige was ik jarenlang redactielid van het tijdschrift Opleiding & Ontwikkeling. Het centrale thema in de meeste van mijn publicaties was intrinsieke motivatie. Een van mijn eerste artikelen had als titel ‘Gras groeit niet door er aan te trekken’ (Dewulf, 2003). Bezield door het werk van Joseph Kessels verdiepte ik mij vervolgens in de betekenis van passie en het belang hiervan bij het bouwen aan kennisproductiviteit van autonome professionals. Tussen 2000 en 2010 ging een totaal nieuwe wereld open toen ik tijdens vele reizen naar de VS kennismaakte met onder andere de positieve psychologie en voor de eerste keer Mihaly Csikszentmihalyi persoonlijk mocht spreken. Ik werd evenzeer geraakt door zijn verhaal tijdens zijn bezoek aan België een tijd geleden. In mijn boeken over zowel talent als burnout (Dewulf, 2009, 2016), speelt het concept flow een centrale rol. Het is een basishoeksteen geworden van de definitie van talent zoals ik het beschrijf en is het uitgangspunt geworden van elk talentgesprek.
Terugkijkend op mijn persoonlijke geschiedenis is de afgelegde weg niet toevallig.
Er was geen enkele match tussen mijn talent en het onderwijs dat ik in de Latijns-Griekse humaniora genoot. Elk jaar weer slaagde ik met de hakken over de sloot. Onderwijs associeerde ik met de tijd die tergend langzaam voorbijgaat. Tot ik er door de dienst voor studieadvies aan de KU Leuven op werd gewezen dat ik elke richting aan de universiteit aankon en mijn studies onderwijskunde aanvatte. Toen ontdekte ik mijn passie. Mijn leven veranderde door de ervaring van flow in het werken als professional. Het is wat ik iedereen gun.
.

Biografie van Mihaly Csikszentmihalyi

Mihaly Csikszentmihalyi werd in 1934 geboren in Fiume (Italië), dat nu Rijeka heet en behoort tot Kroatië. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef hij in een Italiaans gevangenkamp waar hij leerde schaken. Het was zijn ervaring dat hij tijdens het schaken alle zorgen vergat van het kamp. Toen hij zestien jaar was hoorde hij voor het eerst een toespraak van Carl Jung. Het was de eerste keer na zijn traumatische ervaringen dat hij positief hoorde spreken over het menselijke denken. Hij verhuisde naar de Verenigde Staten en begon met zijn studie psychologie. Na zijn studie werd hij hoogleraar in Chicago. Het is daar dat hij met zijn onderzoek over Flow heeft is begonnen. Csikszentmihalyi heeft ook een bijzondere band met België. Zijn vader werd als vluchteling in de abdij van Westmalle opgevangen en werkte er als bibliothecaris. Ik kreeg de kans om samen met hem een bezoek te brengen aan die abdij. In 1998 werd de positieve psychologie als nieuwe wetenschappelijke discipline in de psychologie ingewijd door Martin Seligman in zijn rol als voorzitter van de American Psychological Association. Aanleiding daartoe was de vaststelling dat de psychologie sinds de Tweede Wereldoorlog bijna uitsluitend bezig was met het onderzoeken van problemen in het menselijke functioneren. Daaraan lag ten grondslag het kijken naar mensen vanuit een ziektemodel. De publicatie van het artikel ‘Positive Psychology. An introduction’ van Seligman en Csikszentmihalyi (2000) legde de basis voor een nieuw perspectief in het kijken naar mensen. Dit heeft geleid tot een grote stroom van nieuw onderzoek en publicaties die zich richten op onder andere subjectief welbevinden, het ontstaan van hoop en vertrouwen, factoren die autonomie en zelfregulatie bevorderen en het in kaart brengen van talent. Met het begrip ‘flow’ heeft Csikszentmihalyi al sinds het midden van de jaren zeventig van de vorige eeuw een erg belangrijke basis gelegd voor deze discipline.
.

Centraal concept

De eerste publicatie over flow kwam er in 1975. Daarin beschrijft Csikszentmihalyi het concept van optimale ervaringen. In een onderzoek waarbij hij artiesten en kunstenaars bestudeerde, viel het hem op dat sommigen van hen uren doorgingen met het creëren zonder daarbij de concentratie te verliezen. Wat hem nog meer opviel, is dat diezelfde artiesten nadien alle interesse leken te verliezen voor wat ze hadden gemaakt, bijvoorbeeld een schilderij (Csikszentmihalyi & Csikszentmihalyi, 1988). In het zoeken naar de betekenis van wat hij ervaren had, kwam Csikszentmihalyi terecht bij wat Maslow een piekervaring noemt. Met een piekervaring wordt verwezen naar mensen die hard werken, niet omwille van de behoefte aan klassieke beloningen, maar omwille van het feit dat het werk zelf belonend was. De motivatie daarvoor werd toegeschreven aan de behoefte aan zelfrealisatie en de behoefte van iemand om zijn mogelijkheden en grenzen te verleggen. De beschrijving van Maslow liet nog heel wat vragen onbeantwoord, zoals: Wat is het proces dat leidt tot een dergelijke piekervaring? Komt het alleen voor bij artistieke activiteiten of ook bij andere activiteiten? En hebben alle mensen de aanleg om dit soort piekervaringen te beleven?

Onder meer deze vragen brachten Csikszentmihalyi ertoe om in de jaren die volgden het begrip ‘intrinsieke motivatie’ nader te onderzoeken. Dit leidde tot de conclusie dat de traditionele psychologie een te beperkt beeld had geschetst van datgene wat mensen motiveert vanuit een sterk behavioristisch en vanuit beloning gedreven paradigma. In verder en diepergaand onderzoek werden meer dan tweehonderd mensen geïnterviewd van wie werd aangenomen dat ze gedreven werden door intrinsieke motivatie. Dat onderzoek leidde tot het ontstaan van het begrip ‘flow’. In de daaropvolgende jaren werd het begrip door onderzoek verder onderbouwd. Zo werd vastgesteld dat flowervaringen voorkwamen bij zowel mannen als vrouwen, mensen uit arme en uit rijke gezinnen. Ook bleek dat de flowervaring met min of meer dezelfde woorden werd beschreven door oude vrouwen in Korea, tieners uit Tokyo, Navajo-indianen, boeren uit de Zwitserse Alpen en fabrieksarbeiders uit Chicago. Het onderzoek over flow wordt ook vandaag nog wereldwijd voortgezet door talloze onderzoekers. Het is interessant om vast te stellen dat een begrip dat ontstond in het midden van de jaren zeventig, pas de laatste twintig jaar het professionele werkveld in Nederland en Vlaanderen echt is binnengekomen.
.

Wat is flow?

Flow is een toestand waarin mensen zo betrokken zijn bij een activiteit dat ze alles om zich heen vergeten. Die ervaring is zo prettig dat men er vaak heel veel voor over heeft om die ervaring nogmaals te beleven (Csikszentmihalyi, 1999). Mensen die flow ervaren, waar ook ter wereld in welke context ook, geven aan dat ze in een toestand van flow een diepe vreugde ervaren. De keuze voor de term ‘flow’ komt voort uit het feit dat veel mensen voor een dergelijke ervaring de analogie gebruiken van een externe kracht die hen meesleept of een energiestroom die hen moeiteloos meeneemt op momenten van hoog welbevinden. In een toestand van flow worden mensen door een taak in zijn complexiteit meegesleept. Er is geen onderscheid meer tussen denken en handelen, en tussen het zelf en de omgeving. Uit onderzoek van Csikszentmihalyi bij tienduizenden respondenten blijkt dat een flowervaring voldoet aan acht voorwaarden. Ze gaan elk op zich niet allemaal onvermijdelijk gepaard met flow en zijn niet alle even belangrijk, maar ze zijn wel de opvallendste componenten (Csikszentmihalyi, 2003).

1. De doelen zijn duidelijk
Om volledig te kunnen opgaan in een activiteit is het belangrijk dat het voor iemand helemaal duidelijk is welke taken hij moet verrichten en wanneer wat dient te gebeuren. Het uiteindelijke bereiken van het doel is belangrijk, maar de ware voldoening komt voort uit de stappen die iemand zet in de richting van dat doel. Meer nog, als mensen alleen maar bezig zijn met het te bereiken doel, wordt de flowervaring in het werken naar dat doel toe bedreigd.

2. De context levert directe feedback
Iemand kan alleen maar verdiept blijven in een flowervaring als er in de situatie feedback besloten ligt over het succes van de actie. Eigen aan de intrinsieke motivatie onderliggend aan flow is dat het belangrijk is dat een dergelijke activiteit zin heeft en ergens toe bijdraagt. Die feedback kan komen van andere betrokkenen, maar ligt vaker nog besloten in de activiteit zelf. De normen op basis waarvan de kwaliteit van het werk wordt bepaald komen zowel vanuit de omgeving als vanuit de persoon zelf. Hoe creatiever het werk waar het om gaat (denk aan kunstenaars), hoe lastiger om te vertrouwen op externe normen. Het vraagt van de betrokkene een groter vertrouwen op de interne normen.

3. Uitdagingen en vaardigheden zijn in evenwicht
Het ervaren van flow vraagt een evenwicht tussen uitdagingen en vaardigheden. Als een taak te gemakkelijk is, gaan we ons vervelen. Als een taak te uitdagend is, worden we angstig. De ideale omstandigheden voor het bereiken van een toestand van flow laten zich uitdrukken in een formule: ‘Flow doet zich voor als zowel uitdaging als vaardigheden van een hoog niveau zijn en evenredig aan elkaar.’

4. De concentratie neemt toe
Bij flow neemt de betrokkenheid in die mate toe dat iemand helemaal opgaat in een activiteit. We hoeven niet meer na te denken over wat we doen. De handelingen lopen bijna automatisch, zelfs al is de activiteit moeilijk of erg gevaarlijk. Op dat ogenblik verdwijnt het onderscheid tussen het zelf en de activiteit. De concentratie gaat gepaard met een vorm van bewustzijnsvernauwing. En die kan op zich weer leiden tot een gevoel van extase.

5. Alleen het hier en nu telt
In een toestand van flow eist de activiteit alle aandacht op en krijgen zorgen en problemen niet de kans om in de geest door te dringen. Omdat de aandacht helemaal gericht is op het heden is er geen plaats voor gebeurtenissen uit het verleden of de toekomst.

6. Volledige beheersing van de situatie
In de ervaring van flow ligt een sterk gevoel van beheersing, dit in tegenstelling tot veel situaties waarin mensen het gevoel hebben overgeleverd te zijn aan de regels of het gezag van anderen. Er is geen behoefte om te controleren, omdat je erop vertrouwt dat je in staat bent om vanuit je mogelijkheden de situatie naar je hand te zetten.

7. Een veranderd tijdsbesef
Tijdens een flowervaring wordt de tijd helemaal anders ervaren. Het is alsof de tijd vliegt. Na een periode van flow kijk je op je horloge en ben je verbaasd dat er zoveel tijd is verstreken. Twee uur lijkt vijftien minuten. En toch hoeft het besef van tijd niet belemmerend te zijn voor een flowervaring. Professionals kunnen een toestand van flow aanhouden en tegelijk perfect weten wanneer ze van de ene activiteit naar de andere dienen over te schakelen.

8. Egoverlies
Tijdens een toestand van flow vergeten mensen niet alleen zorgen en problemen maar vergeten ze ook zichzelf. Het is alsof het bewustzijn van de eigen persoon tijdelijk wordt opgeheven. Dit als een gevolg van de intense concentratie die alles wat niet direct met de taak te maken heeft, uit het bewustzijn verdringt. Het gevoel van egoverlies gaat tegelijk gepaard met het gevoel deel uit te maken van een groter geheel. Een community, een team of een gemeenschap. Na een toestand van flow keert het zelfbewustzijn versterkt terug. Door meer zelfwaardering en een groter subjectief welbevinden.


Nieuwe ontwikkelingen

De verbinding tussen flow, talent en positieve emoties

Alhoewel de theorie over flow is ontwikkeld tijdens de laatste decennia van de vorige eeuw, is ze vanaf 2000 steeds meer onderdeel geworden van de kernconcepten van de positieve psychologie. In 2007 nam ik deel aan een wereldconferentie waarbij zowel D. Cooperrider (waarderend onderzoek), M. Csiksentmihalyi en M. Seligman (positieve psychologie) en M. Buckingham (talentontwikkeling) op het podium stonden. Dit heeft geleid tot het integreren van de begrippen ‘flow’, ‘positieve emoties’ en ‘talent’ in mijn werk. Veel mensen denken dat talent gaat over het uitblinken in een bepaalde activiteit of ergens de beste in zijn. Maar dat is niet mijn definitie van talent. Talent gaat veel meer over wat een activiteit met jou doet. Talent gaat over elke activiteit in je leven die moeiteloos gaat en die je voldoening oplevert. En als je woorden vindt voor wat je voldoening geeft, dan kom je in de buurt van je talent. Talent gaat bovendien over activiteiten die maken dat de tijd vliegt (flow). En die maken dat je je batterijen oplaadt. De sleutel hiervoor zit in positieve emoties. En rond die positieve emoties is veel onderzoek gedaan door Barbara Fredrickson (2001). In haar ‘broad and build’ theory beschrijft ze een dubbel effect. Positieve emoties zorgen er in de eerste plaats voor dat mensen meer mogelijkheden in zichzelf losmaken en investeren in een bepaalde taak.

Ten tweede zorgen positieve emoties voor het bouwen van mentale voorraden die zich in de vorm van veerkracht en weerbaarheid uiten op lange termijn. Tijdens de wereldconferentie in 2018 over positieve psychologie toegepast op het onderwijs werd door Martin Seligman, een van de oprichters van de positieve psychologie, het PERMA-model geïntroduceerd (Seligman, 2018). Dat model beschrijft de basisblokken van welbevinden en geluk en een zinvol leven. Zowel ‘positieve emoties’ als ‘flow’ blijken een hoeksteen te zijn van het model. Het bewijs dat het concept zijn relevantie niet is verloren en dat de toepasbaarheid van het concept hoog is (zie ook afbeelding 1.3 in hoofdstuk 1). Ook de laatste jaren is Csiksentmihalyi blijven publiceren. Een interessant thema is daarbij het groeiende inzicht dat er een verband is tussen een ‘autotelische persoonlijkheid’ en het ervaren van welbevinden uit flow. Een autotelische persoonlijkheid is iemand die voortdurend zelf op zoek gaat naar nieuwe doelen of uitdagingen in het werk (Dwight, Nakumura & Csikszentmihalyi, 2020).

.
Praktijk en reflectie

Toepassingen

Wanneer is iemand in flow?

In coaching en begeleiding kan je het concept flow concretiseren door mensen te vragen om de agenda erbij te nemen en zich per uur af te vragen welke van de psychische toestand het meest van toepassing was:
• Momenten waarop iemand onder stress stond. Dat zijn momenten dat de tijd te snel gaat, dat iemand niet alles gedaan krijgt in de voorziene tijd.
• Momenten van verveling. Dat zijn momenten waarop de tijd te traag gaat en men meer dan gebruikelijk naar de klok kijkt.
• Wanneer de tijd vloog en de betrokkene dus in flow was.
Op basis van zo’n agenda-analyse kunnen mensen dan in kaart brengen welk type activiteiten leiden tot flow. En vervolgens kan bij elke activiteit de volgende dubbele vraag worden gesteld:
• Welke talenten en bekwaamheden worden op zo’n moment ingezet?
• Welke elementen in de situatie zorgen voor een hoge motivatie? Over welke drijfveren gaat het hier?
Els Pronk, Peter Beschuyt en ikzelf hebben een referentiekader ontwikkeld met 39 talenten. Die 39 talenten bieden telkens het antwoord op de vraag: waar haal ik mijn voldoening uit als ik in flow ben.

Voorbeelden hiervan zijn (Dewulf, 2009):
De woordkunstenaar: ik haal er voldoening uit om precies de juiste woorden te vinden om een gedachte uit te drukken.
De ontrafelaar: ik haal er voldoening uit om een structuur te ondekken in een complex probleem waar veel informatie, data of gegevens mee te maken hebben.

De vertrouweling: ik haal er voldoening uit te luisteren naar het verhaal dat iemand anders aan mij vertelt op een manier dat het helemaal tot leven komt in mezelf.

.
Kritische noten

De belangrijkste kritiek op het concept flow bestaat erin dat Csikszentmihalyi wel beschrijft wat flow is, maar dat hij geen handreikingen biedt van hoe je in die flow terechtkomt. Er wordt bijvoorbeeld gesteld dat wanneer je in flow bent, er dan een evenwicht is tussen de uitdaging en je bekwaamheid. Maar het is niet doordat je een activiteit start waarbij uitdaging en competentie in evenwicht zijn, dat je dan die toestand van flow kan bereiken. Volgens Csikszentimhalyi ervaart twintig procent van de mensen ter wereld nooit flow. Aan die groep mensen is het concept onmogelijk uit te leggen. Omdat je het moet hebben beleefd om te ervaren wat het is. Het wordt dan ook vaak gezien als een erg etherisch concept.

Terug naar overzicht